Home. Work. Stories. Films. Art. Heaven. Contact.

Het euro-team


Ze komen uit alle hoeken van het overheidsapparaat en hebben één doel: een vlekkeloze introductie van de euro. Dertien jonge, dwarse en onverzettelijke ambtenaren vormen samen het euroteam. Ze hebben nog krap tweehonderd dagen om de chaos te voorkomen. 'Er zal van alles misgaan, dat kán niet anders.'
235 dagen vóór de euro

De ministerraad ontvangt een onthutsend verslag. Er bestaat een gerede kans dat in januari uitkeringen niet op tijd worden uitbetaald, net als huursubsidies. Meer dan de helft van de Nederlandse gemeenten loopt namelijk achter bij de voorbereidingen op de euro. Met nog een halfjaar te gaan, zit 58 procent nog in de inventarisatiefase. Terwijl de gemeenten volgens het nationale euro-introductiescenario al kláár hadden moeten zijn met de invoering van de nieuwe munt in hun systemen en druk bezig zouden moeten zijn met testen.

Aan het verslag is een zwarte lijst toegevoegd, een appendix van alle 538 gemeenten met achter hun naam een rood, oranje of groen bolletje, naar gelang hun staat van paraatheid. Eigenlijk is er maar één gemeente die al volledig europroof is: Groot-Paayenborgh. Maar deze gemeente bestaat niet. Ze is slechts een voorbeeld dat wordt gebruikt op eurovoorlichtingsdagen bij gemeenten. In het rapport aan de ministerraad prijkt Groot-Paayenborgh nog trots boven aan de lijst; in het verslag dat een week later aan de Tweede Kamer wordt gezonden, is de fictieve gemeente om redenen van betamelijkheid geschrapt - tot verdriet van de minister die verantwoordelijk is voor de euro-introductie, Gerrit Zalm. Die vond het wel een geslaagde grap.

227 dagen vóór de euro
Een groepje van zeven mannen en één vrouw verlaat bij de eerste zonnestralen de gemeente Oudenaarde in Oost-Vlaanderen. Met petjes, zonnebrillen en zeemleer over de bilnaad wagen ze zich op de kasseien die nog nat zijn van de dauw. Ze passeren Petegem, Elsegem, Berchem en wachten op elkaar na de eerste serieuze klim: de Oude Kwaremont. De eerste veertig kilometer van hun alternatieve Ronde van Vlaanderen blijven de renners bij elkaar. Daarna demarreren de
diehards voor de volgende veertig kilometer, terwijl de achterblijvers zich op een terras laten vallen. Voilà het euroteam van het ministerie van Financiën. Althans een deel van het team, want niet iedereen nam deel aan het fietsweekendje.

Het euroteam bestaat uit dertien ambtenaren, die normaal hun werk doen diep in het hart van de grijze bunker aan het Korte Voorhout die ministerie van Financiën heet. Zij zijn de regisseurs van de euro-introductie. Met de euro zelf hebben ze niets te maken; de productie en verspreiding van de 2,8 miljard nieuwe munten en 360 miljoen nieuwe biljetten is een taak van De Nederlandsche Bank. Het euroteam zorgt dat de euro straks kan rollen, dat iedereen die de nieuwe munt in januari in roulatie moet brengen (banken, postkantoren, winkels, bedrijven, overheid) geprepareerd aan de start verschijnt.

De invoering van de euro in kassa-lades, in salarissystemen, in debiteurenadministraties en in begrotingen is niet overdreven moeilijk, maar wel veel werk. Vandaar de neiging om het probleem vooruit te schuiven. Met sturen, trekken en duwen probeert het euroteam een fiasco te voorkomen. Het organiseert informatiemiddagen, schrijft handleidingen en overlegt met alle betrokkenen, van bankiers tot blinden. Het is de stuwende kracht achter een tiental overlegkaders, waarvan het Nationaal Forum voor de introductie van de euro de bekendste is. En het is de belangrijkste adviseur van het kabinet.

'In principe moet iedereen straks zijn eigen broek ophouden', zegt Leo Groenendaal, de projectdirecteur bij Financiën die verantwoordelijk is voor het euroteam. 'Máár: als straks iemand faalt, iemand niet op tijd klaar is waardoor de uitkeringen te laat worden uitbetaald in Lutjebroek, dan staat míjn minister in het parlement.'

In een stroomversnelling
Dus bemoeit het euroteam zich overal mee. Moeilijke beslissingen die jaren in de bureaulades van andere ministeries hebben liggen schimmelen, worden met het geldig excuus van tijdsdruk door het euroteam afgestoft. Bijvoorbeeld: er wordt al jaren tussen gemeenten en rijk gesteggeld over het gebruiksvriendelijker maken van parkeerautomaten. Omdat de automaten nu ook moeten worden aangepast aan de euro, vliegt ineens het euroteam binnen en komt het overleg in een stroomversnelling.

Populair? Nou nee, erg geliefd is het eliteclubje niet. 'Dankbaarheid krijgt het team nooit', stelt Groenendaal. 'Elke maatregel die we voorstellen, stuit op een boze lobby. Je moet een beetje eelt op je ziel hebben, anders houd je het hier niet vol.'
Hardnosed, hardboiled, met één gezamenlijke passie: fietsen. Marco Laar (30), één van de teamleden: 'We hebben uitgerekend dat we de wielerklassieker Luik-Bastenaken-Luik bij elkaar achttien keer hebben gereden.'

Ze komen hoofdzakelijk van ministeries. Van Algemene Zaken, van Landbouw, van Economische Zaken, van Financiën en opvallend veel (4) van Buitenlandse Zaken, terwijl het toch een nationaal project is. Eén teamlid komt uit de consultancy, één komt uit de journalistiek (ANP). Hun leeftijden variëren van 26 tot 40 jaar. Een jonge bende, maar: het hele ministerie van Financiën is erg jong, het verloop is groot.

Een select team
Bart van Bolhuis, belast met de dagelijkse leiding over het euroteam, heeft ze met zorg geselecteerd. Hij is met veertig de oudste van het stel, maar zijn halflange zwarte haar dat in speelse boogjes naar links en naar rechts valt, zijn iets dichtgeknepen glimmende bruine ogen en zijn brede kaak geven hem het vrome uiterlijk van een jongetje met een katapult achter zijn rug. Hij heeft bij Buitenlandse Zaken gewerkt en bij Economische Zaken waar hij heeft meegeholpen bij de voorbereidingen voor 'Maastricht' in 1992. De meeste euroteamleden komen uit zijn eigen netwerk. 'Ik heb een appèl gedaan op mensen die al eurobeleid maakten en nu wel eens concreet met de uitvoering bezig wilden zijn. Ze moesten bovendien vertrouwd zijn met de ambtelijke wereld, want ze krijgen geen half jaar de tijd om zich in te werken.'
De tijdsdruk maakte hem bovendien alert op 'oneffenheidjes' binnen de club. 'De druk van buiten is al groot genoeg, daar kunnen we geen interne problemen bíj hebben. Altijd als je nieuwe mensen aantrekt in een team, denkt de rest: wat betekent dat voor mijn plekje? Houd ik nog wel de leuke projecten? Ik zorg daarom dat alles hier boven tafel komt. Gelukkig zitten we in een groeimarkt. Iedereen heeft een basisplaats.'

Zijn grootste vijand, tot nu toe, was rsi. Twee leden van het euroteam hebben zich al met serieuze pijn in armen en schouders bij de arbo-arts gemeld. 'Dat was voor mij een signaal', zegt Van Bolhuis. 'In het begin heb ik misschien te veel gevraagd van de club.' Twee leden zijn tussentijds vervangen. De ene omdat ze een baan kon krijgen als plaatsvervangend directeur bij een ministerie, de andere, een pas afgestudeerde jonge knul, omdat hij, volgens Van Bolhuis, wel heel ondernemend was, maar weinig afmaakte. 'Het team zit nu prima in elkaar, dat vinden alle leden zelf ook. We hebben een dreamteam, waarmee we naar de finish kunnen.'

Hij is duidelijk van plan de boel het laatste half jaar in beweging te houden. Bart van Bolhuis is dan ook de enige, vertellen zijn collega's gierend van de lach, die in België vanuit stilstand met fiets en al is omgelazerd.

217 dagen vóór de euro
'Hebben jullie gisteren Duisenberg gezien in het journaal?' Instemmend gemompel.
'De Europese Centrale Bank houdt voet bij stuk dat de euro-bankbiljetten pas op 1 januari beschikbaar mogen worden gesteld aan het publiek', vervolgt Bart. 'Ze is bang dat er anders een enorme chaos ontstaat.'

'Mooi', antwoordt Erik Ligthart (35), econoom en hiervoor financieel attaché bij de permanente vertegenwoordiging van Nederland in de EU. 'Ik heb hier een knipsel uit de
Haagsche Courant waarin de VVD'er Maten wordt geciteerd, de rapporteur voor eurozaken bij het Europees Parlement. Die schijnt te hebben gezegd: "Het worden rampzalige dagen als burgers niet eind december al kunnen beschikken over kleine biljetten". Enzovoort, enzovoort…'
Van Bolhuis: 'Er zit ook een Europees offensief van de detailhandel aan te komen om de uitgifte van biljetten te vervroegen. Het zal me niks verbazen als de Kamer daar overmorgen óók weer over begint.'

Het is negen uur 's ochtends en iedereen is voor werkoverleg verzameld in de kamer van Van Bolhuis: twee streepjesoverhemden met korte mouw, vijf maal effen blauw en één keer ruitjes, schouder aan schouder rond de tafel. Het enige dat de muren van oranje baksteen een beetje camoufleert is een Willink-achtig schilderij van drie grijze beelden op sokkels tegen een dreigende lucht.
Van Bolhuis: 'Misschien moeten we ook reageren op een artikel in de laatste Consumentengids, waarin staat dat het leven door de euro zes procent duurder wordt'.

'Hoe kunnen ze dat nu schrijven?' vraagt Ernst Noorman, een econoom die hiervoor als secretaris werkte op de ambassades in Tanzania en India. 'We hebben samen met de Consumentenbond een klachtenlijn geopend en daaruit bleek toch een veel lager cijfer?'
Van Bolhuis: 'Jawel, maar de Consumentengids is onafhankelijk.'
Erik Ligthart grinnikt. 'Naar verluidt zijn er al duizend reacties bij de klachtenlijn binnengekomen. De mooiste was die van een mevrouw die twee keer binnen een half jaar een zelfde soort beha had gekocht en behalve de kassabonnen ook haar volledige giroafschriften had meegestuurd om een prijsstijging aan te tonen.'
Bart, met een zucht: 'Het is nu eenmaal de vrijheid van iedere ondernemer om zijn eigen prijzen te stellen. Waar ik me wél zorgen om maak, is dat een kwart van de winkeliers nog steeds niet de prijzen naast in guldens ook in euro's vermeldt. Daar is misschien aanvullende actie nodig.'

De Gouden Driehoek
Balanceren met de 'Gouden Driehoek' is de grootste uitdaging voor het euroteam. Onder Gouden Driehoek verstaat het: de banken, de detailhandel en de consumenten. Zíj moeten de euro straks in omloop brengen. Zíj bepalen het succes van de operatie. En zij zitten elkaar regelmatig in de haren.

Twee jaar geleden ging de discussie over hoe snel de nieuwe munt moest worden ingevoerd. De detailhandel was voorstander van snelle invoering, van de ene op de andere dag, zodat ze niet met twee kassa's hoefde te werken. Dit werd de 'toverstafjesvariant' genoemd. De Nederlandsche Bank zag echter geen heil in deze hocus pocus en daarom werd gekozen voor een introductiescenario waarin de guldens en euro's een tijdje samenlopen. Sindsdien zijn alle inspanningen van het euroteam erop gericht die 'duale fase' zo kort mogelijk te houden. Officieel blijft de gulden tot 28 januari betaalmiddel, maar het team verwacht na twee weken al geen guldens meer aan te treffen in het economisch verkeer.

'Dat masseren van winkeliers en banken heeft meer tijd opgeslorpt dan ik had verwacht', zegt projectdirecteur Leo Groenendaal. 'Toen de contouren van het scenario eind 1999 werden geaccordeerd, dachten we: nu zijn we klaar. Maar toen kwam de invulling. En daarmee het gestoei, het ge-opponeer, de bilaterale gesprekken. En het gaat nog steeds door. Nu is er weer druk vanuit het Europees Parlement om het scenario te veranderen.'

Hij roert rustig in zijn koffie en vervolgt: 'De detailhandel wil zo weinig mogelijk complicaties in de winkel. Ze heeft het liefst dat klanten op woensdag 2 januari al meteen gepast met euro's betalen. Daaraan is tegemoetgekomen door zakjes euromunten ter waarde van 25 gulden aan de detailhandel te verstrekken, die ze vanaf december alvast aan hun klanten kunnen geven als wisselgeld. Verder hebben de winkeliers hun euro's van te voren kunnen bestellen bij de banken en zullen alle bankautomaten worden gevuld met kleine coupures van 25 euro, zodat klanten in de winkel gepast kunnen betalen.

Lullige probleempjes
'Toen doken er weer andere lullige probleempjes op. De winkeliers vonden 2 januari te laat om hun bestelde euro's op te halen. Banken zaten niet te springen om op nieuwjaarsdag de deuren te openen. 1 januari zit in hun systeem als vrije dag. Uiteindelijk heeft de minister zijn gewicht in de strijd moeten werpen om de raden van bestuur van de vijf grote banken te bewegen de openstelling te verruimen. De uitkomst is dat de banken straks op zaterdag, op oudejaarsdag én op nieuwjaarsdag open zijn voor winkeliers.

'Maar ja, nu komt de politie en die zegt: de veiligheidsaspecten zijn niet meegenomen. Wie bewaakt dat bankfiliaal in dat verder lege winkelcentrum op nieuwjaarsdag? Zo zie je: elke oplossing voor een probleem blijkt vaak een nieuw probleem te zijn, voor een andere groep. En zo blijven wij bezig…'

'Ik sta versteld van hun doorzettingsvermogen', zegt Els Prins, de secretaris economische zaken van de belangenvereniging voor midden- en kleinbedrijf, MKB. Als spreekbuis van de winkeliers is ze de luis in de pels van het euroteam ('Als je haar naam hier laat vallen, gaan er een paar mensen door het plafond', verklapt Groenendaal). Prins heeft veel met het euroteam te maken, vooral met Bart van Bolhuis. 'We bellen en mailen regelmatig. Veel gaat buiten het officiële vergadercircuit om, anders zijn we in 2007 nóg bezig.'

Unieke introductie
Het team doet zijn werk goed, vindt ze. 'We zijn het niet altijd met elkaar eens, maar we blijven met elkaar in gesprek. Het is knap hoe Bart de dialoog weet gaande te houden.' Maar ze maakt zich ook zorgen. 'De euro-introductie is uniek. Het is de eerste keer dat de politiek iets voorbereidt dat metéén goed moet werken in de praktijk. Normaal komt er na een wet nog een veegwet, gevolgd door een reparatiewet. Maar dit moet in één keer goed.'

Het grootste gevaar, volgens haar, is dat mensen op 2 januari niet weten wat ze in hun handen gedrukt krijgen. 'Als je bij kassa pas voor het eerst een eurobiljet ziet, gaat het fout. Ik zag ooit een mevrouw op de markt die een nieuw tientje kreeg. Daarop ontspon zich een hele discussie met omstanders, of ze dat tientje wel moest aannemen. Zo gaat dat straks bij Albert Heijn ook. Daarom blijven we erop hameren dat de eurobiljetten al vóór 1 januari voor het publiek beschikbaar moeten zijn.'

216 dagen vóór de euro
Fred Lafeber heeft vanmiddag heel andere dingen aan zijn hoofd. Hij gaat schuil achter twee onaangebroken literflessen Spa Blauw op een veel te krap bemeten podium in een bovenzaaltje van de Jaarbeurs. Hij is te gast op een door het ministerie van Sociale Zaken georganiseerde euro-informatiemiddag voor sociale werkplaatsen. (Om een indruk te geven van de problemen die deze sector te wachten staan: in de fietsenstallingen van stations werken veel mensen die in dienst zijn van de sociale werkvoorziening. Als u op twee januari een band laat plakken en die in guldens afrekent, moeten zij u het wisselgeld in euro's teruggeven.)

Lafeber (36) werkte hiervoor bij Economische Zaken, waar hij machinebouw in zijn portefeuille had, en bij Buitenlandse Zaken, waar Noord-Amerika zijn beleidsterrein was. Nu is zijn taak, in zijn eigen woorden, om te zorgen dat er in januari onder de gemeentelijke instellingen 'zo weinig mogelijk uitvallers zijn'. De inleidende spreekster van Sociale Zaken waarschuwt dat gemeentelijke instellingen nog te weinig voorbereid zijn op de euro. 'Wie is er bijvoorbeeld al bezig met testen?' vraagt ze aan de zaal. Er gaan maar weinig handen de lucht in.

Dan is Lafeber aan de beurt. Geroutineerd schetst hij met behulp van Powerpoint hoe de Grote Wisseltruc vanaf 1 januari in zijn werk gaat: drie miljard guldenmunten moeten in Nederland worden vervangen door 2,8 miljard euromunten, 400 miljoen guldenbiljetten door 360 miljoen eurobiljetten. Hij vertelt dat het biljet van 500 euro het grootste biljet is; het duizendje verdwijnt. Hetzelfde geldt voor het kwartje dat wordt vervangen door een muntje van 20 eurocent. In krap vier weken moet de operatie voltooid zijn. 'Vanaf 28 januari', besluit hij, 'is de gulden geen wettig betaalmiddel meer.'

Je proeft: hier staat iemand van een bijzondere eenheid. Niet door de ernst van zijn donkerblauwe pak en glimmende zwarte schoenen die afsteken bij het publiek van vanmiddag, nee, juist door zijn luchtigheid. Een bonhomie die vaak het handelsmerk is van mensen die zich onaanraakbaar weten. Waar we eigenlijk naar zitten te kijken, is macht. Dames en heren, die euro komt er tóch, of u het nu leuk vindt of niet. We kunnen er maar beter een feestje van maken.

Andere cultuur in euroteam
Het euroteam - er valt niet omheen te komen - is een hotspot. Hier komen straks directeuren vandaan. Hiervóór had je op Financiën het 'Vermeend-team' dat de belastingherziening heeft voorbereid. Daar was de mentaliteit: na een week hard werken op zondag borrelen bij de staatssecretaris thuis. Een aantal leden van dat team heeft later een mooie promotie gemaakt.
Ook in het euroteam is de cultuur anders dan in de rest van het ministerie van Financiën. Van Bolhuis: 'Financiën is vanouds in zichzelf gekeerd. Een gevestigde orde in Den Haag. Dat maakt je lui om naar buiten toe de deuren open te zetten. Om over de grenzen van je eigen werk en departement heen te kijken. Wij zijn de voorhoede van een nieuwe cultuur binnen dit ministerie. Nu zal ik wel op tenen gaan staan, maar ja.'

En Groenendaal zegt: 'Wij zijn geen lobbyministerie, zoals Economische Zaken of Landbouw. Wij zijn een vakministerie. Dat we met jan en alleman moeten overleggen, dat is voor ons uniek.'
'Normaal maken we hier wetsvoorstellen, die vooraf hooguit met de financiële instellingen en met Brussel worden afgestemd. Die voorstellen gaan door het parlement en daarna krijgen we onze zin. Bij het euroteam missen we die stok achter de deur: wij maken geen wetten. Dat maakt het moeilijk om de gang van zaken bij het bedrijfsleven te sturen. Binnen de overheid hebben we méér invloed: via de ministerraad en via gemeenteraden. Die zorgen op hún beurt dat de verantwoordelijke bestuurders achter de veren worden gezeten.'

Toch zitten er niet voor niks ook twee Financiën-mensen in het euroteam, Johan de Groot en Erik Ligthart. Zij zorgen voor de broodnodige zakelijkheid. Groenendaal: 'Onze cultuur is: snel, operationeel. Helder schrijven en kort vergaderen. En snelle lijnen naar boven. Het is misschien arrogant om te zeggen - ik heb zelf bij Buitenlandse Zaken gewerkt en daar viel het wel mee - maar de meeste ministeries zijn erg traag. Ze bestaan uit eilandjes die in een onderlinge machtsstrijd verwikkeld zijn. Dat kunnen we hier niet hebben. Onze minister moet zich elke maand in de Tweede Kamer verantwoorden over de euro. Daarom is het essentieel dat er niets voor hem verborgen wordt gehouden.'

215 dagen vóór de euro
De minister zit aan een halfronde lange tafel in de Troelstrazaal. Rechts van hem de staatssecretaris en een batterij ambtenaren, tegenover hem de financiënspecialisten van de vier grootste fracties. Een doorsnee dag in de Tweede Kamer: de fractiespecialisten willen laten zien dat ze er nog zijn, terwijl de minister doet alsof hij ergens anders is. Het Kameroverleg loopt vooruit op de maandelijkse Ecofin-vergadering van de Europese ministers van Financiën. Er worden kritische vragen gesteld.

Van Bolhuis zit zes plaatsen van Zalm. Een beetje onderuitgezakt. De ambtenaren links van hem hebben het druk: notities maken, briefjes met antwoorden doorschuiven naar de minister. Voortdurend worden er blikken uitgewisseld van de ambtenaren achter de tafel met hun collega's die op de publieke tribune hebben plaatsgenomen: gekrulde mondhoeken (Wat een domme vraag!), rollende ogen (Daar gáán we weer…), opgetrokken wenkbrauwen (Weten we hier iets van?) of een knikje (Zoek dat effetjes uit.). Het testosteron spat in het rond.

Dan komt het onderwerp op de druk van de Fransen en het Europees Parlement om tóch eerder dan op 1 januari te beginnen met de verspreiding van eurobiljetten onder de burgers. 'Is de minister óók bereid de datum naar voren te schuiven? Dan mag hij daar nú mee beginnen.' Bart van Bolhuis kijkt naar Erik Ligthart en Ernst Noorman op de tribune. Maar deze vraag kan de minister zelf wel af: 'Over de invoering van de euro heb ik geen nieuwtjes te melden', zegt hij afgemeten. En daarop komt geen reactie meer.

Van Bolhuis, na afloop met een grijns: 'Ik had wel wat meer vuurwerk verwacht. Kennelijk realiseert de Kamer zich nu óók dat vervroegde invoering van de euro eigenlijk een gepasseerd station is.' Daarmee zijn alle problemen niet van de baan. 'Er zal nog wel van alles misgaan, dat kán niet anders', zegt Groenendaal. 'Maar ik denk dat het behapbaar blijft. Als een bedrijf niet op tijd klaar is met het aanpassen van de salarisadministratie, zal het de loonstrookjes handmatig moeten omzetten. Eigen schuld, dikke bult. Als ziekenhuizen hun rekeningen niet in euro's kunnen uitschrijven, duurt het hooguit wat langer voordat ze hun geld krijgen. Als de betaling van uitkeringen stokt, is dat wél heel vervelend. Daar moet een noodscenario voor komen, in de vorm van voorschotten die later worden verrekend.

Laatste fase
'We zitten nu in de laatste fase: het inventariseren van de risico's. Welke maatregelen moeten worden genomen en door wie? Er wordt een hele Haagse commandostructuur opgetuigd. We gaan eind december waarschijnlijk in het Nationaal Crisis Centrum zitten. Dat klinkt dreigend, maar het is gewoon om in charge te zijn. Denk alleen al aan de veiligheidsrisico's als straks duizend geldautootjes door Nederland gaan rijden en alle bankautomaten moeten worden gevuld.

'Andere risico's het ijzelt op 27 december, als de geldtransporten beginnen. Of het bankpersoneel gaat staken. Dan moeten we overheidspersoneel inzetten: douane, marechaussee, gevangenispersoneel. Maar niemand heeft daar trek in, elke organisatie heeft gebrek aan personeel. Verder kan er een tekort aan pasmunten ontstaan. Of de bankbiljetten blijken niet op tijd beschikbaar…'

Johan de Groot (35), plaatsvervangend hoofd van het euroteam: 'Als het fout gaat, zal dat niet alleen consequenties hebben voor de minister, maar ook voor ons. Een terugkerende grap hier is: "Wat ga jíj straks antwoorden in de parlementaire enquête?"'

Overgenomen uit Intermediair, 21 juni 2001


Introduction of the Euro, in Dutch

Het hierna volgende artikel is overgenomen uit de Intermediair, 21 juni 2001. Het geeft een goede beschrijving van het werk van het team dat de euro in Nederland eind 2001 invoerde. Ik sta er zelf ook in: leest en huivert!

Music: Give and take ©

Top